2 juli 2015
In een arbeidsovereenkomst kan een non-concurrentiebeding worden opgenomen. Een dergelijk beding moet de belangen van de werkgever beschermen wanneer de werknemer vertrekt. Op straffe van nietigheid van het beding moet een non-concurrentiebeding schriftelijk worden vastgelegd. Wanneer de werkgever failliet gaat, blijft het non-concurrentiebeding van kracht. De wet bepaalt niet dat het beding vervalt bij faillissement. Dat wil echter niet zeggen dat in alle gevallen een beroep op het beding na een faillissement slaagt.
In het belang van een geplande doorstart van een failliet bedrijf beriepen de curatoren in het faillissement zich ten behoeve van de koper op het non-concurrentiebeding. De arbeidsovereenkomsten van de meeste werknemers van het failliete bedrijf bevatte een non-concurrentiebeding. Dat beding verbood de werknemer om zonder schriftelijke toestemming van het bedrijf gedurende één jaar na het einde van de dienstbetrekking voor een concurrent te werken. Op overtreding van het concurrentieverbod stond een boete. De arbeidsovereenkomsten bevatten ook een geheimhoudingsbeding. Na het faillissement van de werkgever hebben de curatoren alle arbeidsovereenkomsten opgezegd. Niet alle werknemers waren betrokken bij de doorstart. Enkele werknemers traden aansluitend op het einde van hun dienstverband in dienst bij een directe concurrent. Het beroep op het non-concurrentiebeding onderbouwden de curatoren door te wijzen op een belemmering van de doorstart van het failliete bedrijf wanneer werknemers die niet betrokken waren bij de doorstart niet aan hun non-concurrentiebeding gehouden zouden kunnen worden.
Volgens de kantonrechter hebben de curatoren in een faillissement een belang bij nakoming van een non-concurrentiebeding wanneer zij de exploitatie van het bedrijf voortzetten om lopende opdrachten af te maken of om een zo gunstig mogelijke doorstart te realiseren. Dat belang verschilt niet van het belang van de werkgever voordat het bedrijf in staat van faillissement raakt. Dat belang vervalt wanneer de curatoren de activiteiten van de failliete werkgever beëindigen, al dan niet omdat een doorstart is gerealiseerd. De onderneming bestaat niet meer of is overgegaan naar de koper van de activa. De koper heeft bij een doorstart wel een belang bij de nakoming van het non-concurrentiebeding, maar hij was geen partij bij de arbeidsovereenkomst waarin het beding is opgenomen en kan zich daar dus niet op beroepen. Bij een overgang van onderneming gaat een non-concurrentiebeding mee over. Voor een activatransactie na een faillissement geldt echter een uitzondering op grond van de wet.